Zodra je op weg bent van de luchthaven Zanderij naar Paramaribo valt het al op, de enorme hoeveelheid Chinese supermarkten. Langs de doorgaande weg, links en rechts steeds weer een supermarkt. In de wijken van Paramaribo, na iedere paar honderd meter weer een supermarkt met in grote letters op de voorgevel de naam van de Chinese eigenaar. In kleine stadjes, in de hoofdstraat, zie ik soms wel drie supermarkten vlak bij elkaar met een Chinese naam. Het is onvoorstelbaar dat er voor iedere supermarkt voldoende omzet valt te genereren. Het valt mij wel op dat het aanbod van iedere kleine supermarkt verschillend is. In mijn woonbuurt ging ik voor het beste brood naar de ene supermarkt en voor broodbeleg naar een andere, want die heeft meer keus. Niet alleen voor de verkoop van levensmiddelen lijken de Chinezen de markt te beheersen, maar ook in vele non-food zaken zie ik Chinese winkeliers in de zaak staan. Het enige voordeel is, dat de producten uit de winkels van Chinese eigenaren goedkoop zijn. Vervelend is dat de kwaliteit van de producten bedenkelijk is. Meerdere keren meegemaakt dat ik een product koop, dat na het openen van de verpakking al kapot, of half defect is. Het kan ook zijn dat het product na enkele dagen defect gaat. Lastig is dat men het woord garantie niet kent.
De Surinaamse inwoners zijn niet gelukkig met de Chinese invasie. Enerzijds is men bang dat de invloed van deze bevolkingsgroep te groot wordt en anderzijds beperkt het de werkgelegenheid van in de inwoners van Surinaamse afkomst. De Chinese landgenoten lijken hun weg in de bureaucratie gevonden te hebben. Men lijkt gedaan te krijgen wat voor de hardwerkende Surinamer haast onmogelijk lijkt. De ambtenaren op de ministeries blijken te gemakkelijk met steekpenningen te beïnvloeden te zijn. Als er ergens in de stad Paramaribo gebouwd wordt en men vraagt zich of wat er in het kolossale gebouw gevestigd gaat worden, dan veronderstel met heel vaak: “het zal wel een Chinese supermarkt of warenhuis worden”.
Het dagelijks leven in de stad Paramaribo lijkt belemmerd te worden door de gigantische hoeveelheid autoverkeer. Er zijn te veel auto’s. Iedereen die zich maar enigszins een auto kan veroorloven, maakt niet uit in welke staat, heeft er eentje. Zich per auto verplaatsen lijkt de enige bespreekbare optie te zijn. Wandelen in Paramaribo is uitzonderlijk, het kan dan nog net in het centrum. Als je buiten het centrum jezelf als voetganger of fietser verplaatst, wordt je als zonderling beschouwd. Van vroeg tot laat is het druk met het autoverkeer in de stad. Op de doorgaande wegen staan lange files, vooral tijdens de ochtend en avondspitsuren. Automobilisten zijn goed in het bedenken van sluiproutes. Een rit van een buitenwijk naar het centrum kan een eenvoudige route zijn, gewoon de hoofdwegen volgen. Maar iedere keer als ik meerijdt in de auto en dat was dagelijks, dan neemt de chauffeur een andere ingewikkelde route. Steeds met het doel om de files te vermijden. Het gevolg is dat men zigzaggend door de stad rijdt. Zowat geen enkele keer namen we de zelfde route. Steeds weer de vraag waar zou het nu vast staan, nemen we de ringweg, de hoofdwegen door de stad, of een ingewikkelde route door de woonwijken? Mijn inziens heeft dat nooit veel tijdwinst opgeleverd. Steeds kostte een rit van een buitenwijk naar het centrum ruim een half uur tot een uur.
De onvoorspelbare verkeersdrukte in de stad wordt wel vaak als excuus gebruikt om te laat te komen op afspraken. Het is niet vreemd als de gesprekspartner een uur te laat op een afspraak komt. Die onvoorspelbaarheid waarmee afspraken nagekomen worden, of hoe dingen geregeld worden, blijft de Europeaan frustreren. Lastig is als je een afspraak met iemand hebt en die persoon komt niet opdagen of is een uur te laat. In zo’n geval kan je hele planning voor de rest van de dag in de war lopen. Nog erger is als een persoon eerder dan afgesproken langs komt. Ik heb meegemaakt dat men zelf een dag eerder komt. Het schijnt die persoon dan niet te interesseren dat dan jouw dagplanning moet opschuiven, waardoor je dan zelf mogelijk weer te laat bent op jouw eigen afspraken. In onze Nederlandse cultuur zijn we gewend een afspraak te maken per telefoon of e-mail en die afspraak staat dan. Die afspraak kan desnoods weken van te voren gemaakt zijn. Het verbaast niemand als dan zonder meer de gesprekspartner exact op het afgesproken tijdstip zich meldt. In Suriname lijkt een dergelijke gang van zaken onmogelijk. Als je iets afspreekt moet je dat meerdere malen bevestigen en het is beter om een dag van te voren en dan nogmaals een uur van te voren per telefoon te controleren of de tegenpartij de afspraak niet is vergeten. Ook met die extra controles gebeurd het dat de afspraak verhindert blijkt. Schijnbaar met plausibele redenen, drukte in het verkeer, problemen met de auto, telefoon vergeten, batterij van de telefoon leeg. Iedereen in Suriname irriteert zich aan deze gang van zaken, maar niemand doet er wat aan.
Als je iets afspreekt, dat tot bepaalde acties moet leiden van de tegenpartij, met een afgesproken opleverdatum, dan kun je er niet van uitgaan dat het ook gebeurd. Wil je iets geregeld krijgen, dan moet je er constant achter aan zitten. Dus regelmatig informeren naar de stand van zaken en laten weten dat je echt verwacht dat de tegenpartij de actie uitvoert of de dienst levert. Dat geldt zowel voor particulieren, een afspraak bij een bedrijf als ook bij de bureaucratische instanties.
Het is mijn observatie dat de gemiddelde Surinaamse inwoner nauwelijks gemotiveerd is om met hart en ziel aan iets te werken. Betreft het dagelijks werk, dan doet men wat hoognodig moet en men lijkt niet geïnteresseerd om de kwaliteit van het werk te verbeteren. Er lijkt geen drang te zijn om het werk efficiënter te doen. Men volhardt in werkwijzen die men altijd hanteert. Kom je als buitenstaander met voorstellen om het werk sneller, of met meer kwaliteit te doen, dan toont men geen interesse en motivatie. De vakkennis, of technische kennis in bepaalde specialismen, lijkt zeer gering. Het lezen van een handleiding om de middelen die men voor het werk gebruikt beter te begrijpen, lijkt teveel gevraagd. Men leest hier niet, is mijn conclusie. Dat lijkt alles te maken te hebben met het opleidingsniveau op de scholen. Technisch vakonderwijs is er nauwelijks in Paramaribo. Het algemene kennis niveau is bedroevend laag, zo is mij verteld en heb ik zelf ook ervaren. Volgens inwoners die ik gesproken heb komt dit voornamelijk door een gebrek aan goed onderwijzend personeel. Leerkracht zijn op een school is voor de meesten niet de hoofdtaak. Naast de onderwijstaak doet men ander werk erbij, dat waarschijnlijk meer verdiensten oplevert.
Het inkomen van een werknemer is laag, tenminste als die werknemer maar één baan heeft. Het is vaak niet genoeg om een gezin te onderhouden, een auto te kunnen rijden en een huis te hebben. Bijna alle mensen die ik Suriname heb leren kennen, hebben meerdere banen of nevenfuncties. De combinatie van een kantoorbaan als ambtenaar van acht uur ’s morgens tot drie uur ’s middag en dan tot in de avonduren met een taxi rondrijden is heel gebruikelijk. Een arbeider bij een aannemersbedrijf, klust vaak ’s avonds bij met werk bij particulieren, of kluswerk in de eigen vakrichting bij een ander bedrijf. Het maken van werkafspraken met deze mensen is dan lastig, want ze moeten eerst het werk bij hun eerste werkgever afmaken. “Ja, ik kom morgen in de middag”, kan de afspraak zijn. Het is niet vreemd als die persoon dan pas om zeven uur ’s avonds met zijn gereedschap komt aanzetten om de door jouw gevraagde klus te doen. Als buitenstaander wen je heel snel aan deze vormen van onplanbaarheid. Komt het vandaag niet, dan komt het morgen wel.
Nergens zo veel feestdagen met bijbehorende vrije dagen als in Suriname. De meeste feestdagen zijn dan wel officiële vrije dagen, maar toch wordt er bij de kleinere bedrijven van de werknemers verlangd om toch te werken op die dagen. In mijn geval werd er zelfs verondersteld dat ik op de feestdagen juist aanwezig zou zijn om klusjes te doen die op druk bezette dagen niet mogelijk zouden zijn. Tot op zekere hoogte heb ik dat bewust geweigerd en aangedrongen op een vrije dag, om te zien hoe bekende feesten in Paramaribo gevierd worden. Feesten die in Nederland enigszins bekend zijn, wil ik graag in Suriname meemaken. Belangrijke feestdagen waaraan ik terugdenk zijn de Holi Phagwa en Keti Koti. Beide dagen hebben een totaal verschillende betekenis, maar grotendeels lijkt de viering ervan in het centrum van Paramaribo op elkaar. In beide gevallen staan de straten, de Waterkant en de Palmentuin vol met kraampjes en eetstalletjes. Muziekoptredens op podia in de stad en in de Palmentuin zijn er ook op beide dagen.
Tijdens het Holi Phagwa feest staan er verschillende betekenissen centraal. Zo staat Holi bekend als lente- en nieuwjaarsfeest. De lente, omdat de natuur na haar winterslaap weer kleur krijgt en bloeit. En nieuwjaarsfeest, omdat volgens de Hindoe-kalender dan het nieuwe jaar begint. Maar Holi is vooral een kleurrijk feest dat uitgebreid door iedereen wordt gevierd. Het speelt zich voornamelijk af op het Onafhankelijkheidplein en in de Palmentuin. Kleurrijk omdat er rijkelijk gestrooid wordt met kleurenpoeder, waardoor de meeste bezoekers getooid zijn met een bonte kleurschakering op gezicht en kleding.
Keti Koti wordt gevierd in juli van het jaar. Het thema gebroken keten komt op verschillende plekken in de stad terug, maar het meest sprekende vond ik de opening van die dag op het Kwakoe plein. De dag gedenkt de afschaffing van de slavernij op de officiële datum van 1 juli 1863. Volgens sommige vond de echte bevrijding pas tien jaar plaats. Sindsdien wordt het einde van de slavernij elk jaar op deze dag gevierd. Het is een feest voor alle inwoners en niet alleen voor de nazaten van de slaven. Onderdeel van de festiviteiten is een kleurige parade in feestelijke en vaak traditionele kledij door het centrum van de stad.
Horend bij de cultuur van het land is zeker de passie met de politiek. Ik vond het verbazingwekkend om te zien hoe de politiek leeft onder het volk. Men is aanhanger van een partij of men is dat pertinent niet. De keus voor een partij krijgt men met de opvoeding mee. Bepaalde bevolkingsgroep of groepen van een etnische afkomst kiezen juist voor die ene partij. In ons Nederland wordt de keuze om op een partij te stemmen bepaald door het partijprogramma. Wij kiezen op basis van de inhoud van het programma, in de verwachting dat die partij gaat werken aan de punten die voor jouw belangrijk zijn in de komende vier jaar. In Suriname schijnt het alsof de politieke partijen geen programma hebben, of dat niet hoeven te gebruiken bij de verkiezingspropaganda. De leider van de partij en zijn over haar uitstraling, lijkt belangrijker dan de doelstellingen van de partij. Het volk lijkt hun partijleider te zien als een voorbeeld, haast als een God. De openbare bijeenkomsten van de partij en de progandabijeenkomsten hebben de sfeer van een voetbalwedstrijd, maar dan met één partij. Juist dat fanatisme heeft me verbaasd, maar ook geboeid.
Daarnaast was het jaar 2015 een heel mooi jaar om in Suriname te zijn. De verkiezingen en de inauguratie van de president heb ik van nabij meegemaakt. Meer daar over valt te lezen in mijn e-books die op deze website te vinden zijn.
De cultuur in Suriname heeft mij verbaast, maar ook prettig verrast. De genoemde aspecten op deze pagina zijn maar een deel van mijn observaties. Er is maar één manier om het te ervaren en dat is er zelf naar toe te reizen. Nog een ding: als toerist voor een paar weken in het land zijn en voornamelijk de natuur zien in de binnenlanden is een totaal andere beleving dan een jaar lang wonen en werken tussen en met de Surinamers.