Las Islas Ballestas
Vroeg op, al om half zeven ontbijt en de bagage bij de bus, zo luiden de instructies. Aan het ontbijt is in dit hotel gedurende vijf jaar niets veranderd. Alleen het ondefinieerbare koffie-extract is nu vervangen door poeder oploskoffie en ook de scrambled eggs zijn nog steeds het zelfde. Het is doorwerken met het ontbijt, want al om zeven uur moeten we vertrekken. De bus brengt ons terug naar de haven van Pisco. Een verrassing is een kijkje in een visverkoophal. Via een opening in een stalen deur, stappen we een binnenplaats aan de haven op. Blijkbaar niet openbaar toegankelijk, want tussen de bewaker bij de poort en de reisbegeleidster schuiven enkele muntjes. We zien het schoonmaken en de verhandeling van zeer verse vis, pas gevangen in de zee. Aalscholvers, pelikanen en andere vogels scharrelen rond op de natte betonplaten voor de stalen hal. Mannen en vrouwen zitten binnen in de hal op krukjes de vis te ontleden en schoon te maken. De kleine visjes herkennen we als sardientjes. Daartussen zie ik grotere platvissen en een aangesneden bloederige rog. Foto’s maken lijkt hier geen probleem en de visvrouwen lachen naar de camera. Voor het vervoer van de verhandelde vis gebruikt men oude vervallen voertuigen. Een aftandse Amerikaanse slee vervoert in de open kofferbak kratten met vis. Een pronkstuk vind ik een roestige motorfiets met versieringen en een overkapping. Op het afdakje loert een witte reiger naar een afgevallen vis.
De opstapplaats voor de toeristische rondvaartboot naar de Isla Ballestas is zeer modern met een cafetaria en schone toiletten. Buiten moeten we ons opstellen in rijen van twee en zo worden we door de organisatie naar de bootsteiger afgemarcheerd. Het instappen in de speedboot gaat haast met militaire discipline. In volle vaart gaat het eerst op koers naar de Candelabra, een enorm figuur in het zand getekend. Het lijkt of deze geheimzinnige geoglief van een drie-armige kandelaar nog meer vervaagd is dan vijf jaar geleden. Met maximum snelheid verder naar de rotseilandjes die het domein zijn van vogels, pinquins en zeehonden. Hier aangekomen vaart de boot rustig langs de geërodeerde rotsformaties. De vogels en zeehonden lijken zich niets aan te trekken van het bezoek. De gids gaat als een schoolmeesteres rond met een kaart met afbeeldingen van de vogelsoorten. Ik kan haar nauwelijks verstaan boven het bulderen van de wind en door de problemen met mijn oren.
Luister naar het verhaal van de gids op de boot bij de Las Islas Ballestas:
We ruiken de doordringende geur van de guano, de vogelpoep die de rotsen wit doet kleuren. Foto’s maken van al die pelikanen en andere vogels, dat is wat iedereen doet. De kraanachtige menselijke bouwsels schijnen iets met een film te maken te hebben, volgens de gids. Als de rondjes rond de bekakte rotsen afgerond zijn, geeft de kapitein gas en gaat de boot in volle vaart terug naar de haven van Pisco. Na anderhalf uur zijn we terug in het cafetaria en het havengebouw. Ik verbaas me over de inefficiëntie in het cafetaria als ik een kop koffie en een stuk cake wil kopen. Daar zijn twee rijen, twee balies en een kwartier wachten voor nodig.
De rit van Pisco naar Ica duurt niet veel langer dan een uur. Tijdens de rit verandert het weer. De grijze wolken maken plaats voor een bijna geheel blauwe lucht. De temperatuur stijgt en in het landschap verschijnen steeds meer zandduinen. Bij Ica maken we een kleine omweg naar een wijnlodge, El Gatador. In een zeer korte rondleiding over het terrein wordt de productie van de Pisco wijn uitgelegd. We zien een zeer antieke druivenpers van vermolmd hout en fermentatiekruiken met barsten. Het lijkt wel show, waarschijnlijk vindt de echte productie ergens anders plaats. Gids Sofie doet het verhaal in een half uur, zoals afgesproken, ik luister maar half. Het hoogtepunt van de rondleiding is de proeverij. In korte tijd krijgen we zes borrelglaasjes met verschillende wijnen te proeven. Men begint met Pisco en eindigt met een drankje met een alcohol percentage van 42%.
Vlak voor Huacachina stoppen we bij een zeer uitgebreide supermarkt om eigen inkopen te doen. Bij aankomst in het hotel in Huacachina moeten we eerst aan tafel voor de lunch. Met 21 personen kost dat gewoon twee uur. Eén van de reizigsters is jarig en het samenzijn wordt gebruikt om te trakteren op taart. Het is een schitterend hotel en ik krijg een kamer pal aan het zwembad. Jammer dat het maar voor één nacht is. Direct nadat ik mijn spullen op de kamer heb gezet, ga ik op verkenning in de oase van Huacachina. Ik herken het direct weer. Het meertje met de trapbootjes, de palmbomen en de restaurantjes er omheen maken het tot een idyllische plaatje. Ik loop het rondje rondom het meer en niets lijkt hier veranderd. Ook het kolossale hotel van de vorige keer staat er nog net zo bij, rustig en uitgestorven.
Om vijf uur ‘s middags is er afgesproken voor een wandeling in de zandduinen. Bij de reeds ondergaande zon gaan we met met z’n tienen op pad. Het is een stevige klim in het mulle zand omhoog, tegen de zandduinen op die de oase omringen. De top van de tweede heuvel lijkt een mooie plek om naar de zonsondergang te kijken. Een goede foto maken is lastig, het is of te donker of overbelicht. Ik heb moeite om de camera te beschermen tegen het gemene stuifzand. De duinen afdalen gaat gemakkelijker dan klimmen, gewoon jezelf omlaag laten glijden. In het hotel ontdoe ik mezelf en de camera zoveel van het fijne stuifzand. Op een overdekt terrasje aan het oase meer bestel ik een cappuccino en schrijf deze memoires. Hier en daar kom ik leden van de groep tegen, allemaal alleen op pad. Er is nog weinig groepsgevoel. Door het probleem met mijn oren heb ik ook moeite om sociale contacten te leggen, ik versta de helft niet en zelfs spreken is vermoeiend.