Richting Cusco
Weer een reisdag van ongeveer acht uur lang, “maar met leuke stops”, zegt reisbegeleidster Yoha. Ook weer vroeg opstaan, want om zeven uur rijden we weg uit Puno. Het uitzicht is nog nietszeggend en velen in de bus doen nog even de ogen dicht. Wakker worden doen we weer in Pakaras. Hier is een uitgebreid wegrestaurant met een shop. Het is ook de enige stop waar redelijke koffie te krijgen is. Hoewel men hier achter het koffiebuffet maar liefst drie koffiemachines heeft staan, gebruikt de dame achter het buffet er maar eentje. Er ontstaat een lange rij, we hebben de tijd. Hier bestellen we ook ieder een sandwich voor de picknick lunch. In de keuken kijkt men verontrust naar de lange rij voor de balie en ze trekken de handschoenen aan. Weldra hoor ik de kipfilet op de bakplaat sissen.
Het hoogste punt van het traject van Puno naar Cusco ligt op 4335 meter. Hier maken we een korte stop, net als vele andere toerbussen. Er staat een indrukwekkende rij met souvenirkramen. Een trapje af en daar zijn de keurige aangelegde toiletten. Enkele dames kopen hier een extra tas in de bonte Andes kleuren om alle al gekochte souvenirs naar Nederland te kunnen vervoeren.
Raqchi
Nog twee uur rijden en we stoppen in het kleine dorpje Raqchi. Het staat bekend om de Inca-ruïne, hoewel het helemaal niet in mijn Dominicus gids staat. Ik heb geen zin om een verzameling stenen te bekijken en een lang verhaal van een gids te horen. Daarom maak ik in plaats daarvan een korte wandeling omhoog en krijg een leuk uitzicht op het dorpje. Ik ben niet de enige die niet naar de ruïnes wil. Ook twee andere reizigers blijven hangen op het dorpsplein dat opgetuigd is met kraampjes aan alle vier de zijden. Het mooiste van Raqchi vind ik het kerkje op het plein. De vormgeving is ruw en speels en daardoor lijkt het op een bouwsel uit een stripverhaal of een tekenfilm.
Andahuaylillas
Weer twee uur rijden en de bus stopt in Andahuaylillas. Hier zou de mooiste kerk van Peru moeten staan. Ik lees even in mijn Dominicus gids: ‘Aan het centrale plein ligt een fraai jezuïetenkerkje, dat gebouwd werd in 1580. De gevel is vrij eenvoudig, maar binnen stuit je op een overdadig barok interieur met vergulde altaren, muurschilderingen, schilderijen en een veelkleurig plafond, wat het kleine kerkje verrassenderwijs de grootsheid van een kathedraal geeft’. Eigenlijk heb ik aan deze beschrijving wel genoeg en niet zo’n interesse in weer een kerkinterieur en daarom blijf ik buiten. In plaats van het kerkbezoek, ga ik op zoek naar koffie. Op een hoek zie ik een verwijsbord staan naar een bar-restaurant. In een zijstraat vind ik het inderdaad, maar als ik het vraag, hebben ze geen koffie vandaag. Reisbegeleidster Yoha had al gewaarschuwd dat er nergens koffie te krijgen zou zijn. In een winkeltje koop ik een zak chips en ik ga op een bankje voor de kerk zitten en eet de zak chips leeg. Op het bankje tegenover de kerk overpeins ik dat de buitenkant van de kerk best wel mooi is. Helaas wordt het ontsierd door al die toerbussen die twee rijen dik voor de kerk geparkeerd staan. In het museum naast de kerk staat een kleurige pop van een Inca-strijder, die ik nog wel een foto waard vind. Het geeft aan dat we nu in het gebied komen waarin we met de Inca cultuur zullen kennis gaan maken.
Nog een uurtje rijden met de bus en we zijn in Cusco. Hier nemen we ook afscheid van de chauffeur en de grote crèmekleurige bus. Vanwege het verkeer in de smalle straten in Cusco moeten we overstappen in een kleiner busje. Het lijkt een centraal overstap punt te zijn hier, want net als we weg gaan rijden komt de grote bus van concurrent FOX aanrijden. Ook de Fox reizigers stappen in een kleinere bus en hun bagage gaat in een vrachtwagen. Wij proppen ons zelf in twee taxibusjes. Als we het centrum van Cusco naderen, begint mijn herkenning weer op de Avenida del Sol. Gelukkig is het weer het zelfde hotel als vijf jaar geleden. Ik ken het nog goed, hotel Los Aticos, gelegen op slechts drie blokken van het centrale plein, de Plaza de Armas.
Als ik direct ‘s avonds de stad in ga, krijg ik vele déjà-vu’s. Het lijkt nog allemaal het zelfde, zeker op het Plaza de Armas met de beroemde grote kathedraal. In een restaurant op het balkon van het immense plein, bestel ik een eenvoudig maaltijd. Hier heb ik vijf jaar geleden ook gegeten, hier bij Los Balcones. Om het af te ronden ga ik naar mijn favoriete café van vijf jaar geleden. Ik lees nog even terug in mijn aantekeningen van vijf jaar geleden:
Hier in café Ayllii zie ik alleen de lokale bevolking, het is een gezellig praatcafé. Een inrichting met vierkante houten bruine tafeltjes, moderne kunst aan twee wanden. Aan de andere zijde een antieke bruine toog met een vitrine waar de lokale gebak specialiteiten liggen. Aan het plafond hangen gezellige lampjes met geel licht, die maken de sobere ruimte toch sfeervol. Er klinkt zigeunermuziek of licht klassiek. De prijzen zijn hier de helft van die rondom de Plaza de Armas. De Peruanen keuvelen gezellig, ik ben de enige toerist hier. Alle vrouwen hebben zwart glanzend haar, meestal lang, soms met een staart of een knot. Ze dragen oorbellen of ringen in de oren. Alle mannen hebben ook zwart haar, behalve die ene wat oudere, met grijs haar. De koffie is hier goed en ik bestel nog een tweede. Het geheel ademt de sfeer uit van een ‘Grand Café’ door de ijverige obers die in een gepast lichtbruin kostuum zijn gekleed.
Ook hier lijkt niets veranderd, ze hebben nog steeds problemen met de glazen schuifdeur die steeds uit z’n sponningen valt. Steeds komt er weer een ober aangerend die, nadat een klant is binnengekomen is of weggegaan is, de deur weer recht zet. Ik bestel een kop koffie en het nagerecht van de dag. Uit de vitrine komt een enorme ‘pie de manzana’, in het model en de grootte van een forse loempia. Een moment om na te denken over een plan voor morgen in Cusco.