Uros eilanden
Tien fietstaxi’s staan ‘s morgensvroeg klaar voor het hotel in het zijstraatje van de drukste winkel- en wandelstraat van Puno. In tweetallen nemen we plaats op het bankje vooraan in het driewielige voertuig. De bagage, alleen een rugzakje voor twee dagen, past in een rekje achter ons. Een afdakje beschermt tegen de felle laagstaande ochtendzon. De rijder moet flink op de pedalen trappen om ons via het drukke centrum naar de haven van Puno te brengen. Roekeloos manoeuvreert het fragiele karretje tussen de auto’s van het ochtendverkeer door. Als één van de vele auto’s ons probeert te snijden wordt de toeter van de fietstaxi gebruikt. Ik heb het idee dat de ruimte tussen mijn voeten en de voertuigen om ons heen slechts enkele centimeters bedraagt. Het is een leuke en spannende vorm van vervoer, waarbij je ook nog een rondrit door de stad krijgt. In de haven liggen de boten naar de eilanden Amantani, Taquile en de Uros eilanden klaar. Vlak voordat we de steiger op lopen zie ik links een prachtig uitzicht op de berghelling waar de huisjes van de buitenwijken tegenaan gebouwd zijn, zich spiegelen in het rimpelloze water van de baai. Op de voorgrond liggen een paar bootjes in felle kleuren. Het kleurt prachtig in het warme ochtendlicht en bij de strakblauwe lucht. Direct na het instappen vaart de boot soepel weg voor de tocht over het Titicacameer. Volgens de boeken is dat het hoogst gelegen bevaarbare meer ter wereld, op een hoogte van 3812 meter.
Voor de komende twee dagen hebben we een lokale gids voor het bezoek aan de eilanden. Hij stelt zich voor als Eliseo, dat staat ook op zijn muts en is geboren op het eiland Taquile, hoewel hij nu in Puno woont. Het werk als toeristische gids kan hij zo combineren met een universitaire studie in Puno. De boot heeft veel comfort, gemakkelijke stoelen in de cabine, net als in een bus, een open achterdek waar je goed in de zon kunt zitten en een ruim toilet. Gids Eliseo geeft veel informatie over de komende twee dagen, over het Titicacameer en de eilanden. Aan de hand van een kaart wordt de ligging van de eilanden duidelijk gemaakt. De naam van het meer moet vooral op de juiste wijze uitgesproken worden, zo iets als Titi-cha-cha, dat benadrukt hij steeds. Het meer is zo’n 16 meter diep en heeft een watertemperatuur van 9 graden, hier in zwemmen wordt sterk afgeraden.
Luister hier naar het verhaal van de gids Eliseo op de boot in het jaar 2012. Toevallig is dit dezelfde gids als in het jaar 2017.
Na een vaart van een half uur door een kanaal tussen de rietvelden, bereiken we open water en zien we de Uros-eilanden liggen. Enkele van deze tachtig eilanden staan open voor bezoek. De bewoners op die andere eilanden geven de voorkeur aan privacy. Het is een bewuste keus van de eilanden om zich open te stellen voor bezoek, het levert de nodige inkomsten op. Zo gauw de Uros-eilanden in zicht komen, word ik getroffen door de kleurenpracht. Okergeel kleurige dorpjes drijven op het rustig kabbelende donkerblauwe meer, met weer die helblauwe lucht en witte wolkjes erboven. Rondom varen de traditionele rietboten in de kleuren geel, groen en oranje. Enthousiast maak ik foto’s, eerst nog door de raampjes van de boot. Wanneer we aanmeren bij één van de eilanden, worden we welkom geheten door de vrouwen in hun kleurrijke kleding met een persoonlijke handdruk. Je voelt je welkom, maar je weet ook dat het grotendeels commercieel belang is. Alles op het drijvende eiland is van riet, de bodem, de huisjes en ook de bankjes waarop we bijna verplicht moeten plaatsnemen om het verhaal van de gids te beluisteren. Door op en neer te springen, bewijst hij dat het eiland echt drijft.
In samenwerking met één van de manlijke bewoners wordt een show opgevoerd om te laten zien hoe het eiland gebouwd is. Een karwei van zeven jaar wordt nu in zeven minuten gedemonstreerd. Door een steen aan een touw te laten zakken door een gat in het eiland wordt aangetoond dat het meer onder het eiland 16 meter diep is. De vier vrouwen van het eiland nodigen ons uit om in hun huisjes te kijken. De helft van het vloeroppervlak wordt in beslag genomen door een matras en dekens op de vloer. Aan haken aan de wanden hangt wat kleding. Tegenover het bed staat een flatscreen TV en een audio-installatie. Dat kan nu omdat men sinds kort elektriciteit heeft door zonnepanelen. Zo staan er zes van deze huisjes op dit eiland. Als we de huisjes van binnen gezien hebben, is het moment daar voor de Uros vrouwen om de verkoopwaren uit te stallen. Afdingen op de kleedjes, mutsen en zelfgemaakte snuisterijen is toegestaan.
Luister hieronder naar het verhaal van gids Eliseo met allerlei wetenswaardigheden over de Uros riet eilanden.
Als optie is het mogelijk om een tochtje met een rietboot te maken. Voor een groep als de onze geeft dat een extra inkomsten van 180 sol. Het roeien van de catamaran rietboot is zwaar werk. In een kwartiertje brengen de twee roeiers onze groep naar een centraal gelegen rieteiland. Hier wordt koffie geschonken aan al die toeristengroepen die met hun gecharterde rietboot of gewone boot hier aanmeren. Ik vraag of er hier een toilet is en ik word door verwezen naar een blauwe ‘dixie’. “Roepend: un sol, un sol”, komt er een mevrouw aangerend. Als ik klaar ben, zie ik haar niet meer terug. Dan geef ik die sol maar uit tijdens mijn bestelling van een koffie aan de koffiebar, ook al van riet gemaakt. Zelfs de afvalbak, waar ik later mijn bekertje in werp, is van het okergele riet gemaakt. We stappen weer in onze fraaie boot met de naam Luci Angel voor de komende vaart van ruim drie uur naar het eiland Amantani.